College ziet af van verbouwing stadhuis

College ziet af van verbouwing stadhuis

4 februari 2020 Uit Door admin

Vandaag heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om het plan voor de totaalrenovatie van het stadhuis niet verder uit te werken. Nader onderzoek leert dat de kosten te hoog en de risico’s te groot zijn. In plaats daarvan heeft het college opdracht gegeven om op zoek te gaan naar een haalbaar alternatief. Daar moet in het derde kwartaal van dit jaar zicht op zijn.

Het voornemen was om in het stadhuis duurzame en eigentijdse huisvesting te realiseren voor een zo groot mogelijk deel van de gemeentelijke organisatie en daarmee de totale huisvestingslasten van de gemeente naar beneden te brengen. Eind 2018 is de haalbaarheid onderzocht en besloten om de optimalisatie / verbouwing van het stadhuis uit te werken in een programma van eisen. Een variant waarvan toen werd ingeschat dat die ongeveer 22 miljoen euro zou kosten.

Niet verantwoord
Eind 2019 was dat programma van eisen klaar. Het bracht aan het licht dat de plannen niet een investering van 22 maar van 36 tot 40 miljoen euro vergen. En dat bedrag is ook nog eens met de nodige onzekerheden omgeven. Tevens is het de vraag of de plannen leiden tot een structurele verlaging van de gemeentelijke huisvestingslasten. Verantwoordelijk wethouder Jan van Dellen over het besluit: “Het college vindt deze investering op dit moment niet verantwoord én niet wenselijk gelet op de andere uitdagingen waar we voor staan. De kosten zijn te hoog, de risico’s te groot en de gewenste ambities op het gebied van duurzaamheid zijn onzeker. Dat is voldoende reden om een pas op de plaats te maken.”

Alternatieven
Het college gaat nu op zoek naar alternatieven, want de staat van zowel het stadhuis als het stadskantoor vragen om aanpassingen en de wens om een moderne manier van werken te faciliteren. Bovendien blijft de ambitie om de gemeentelijke huisvesting te verduurzamen onveranderd. Denkrichtingen zijn: inkrimpen in het stadskantoor, verkennen van alternatieve locaties en het huisvesten van meer collega’s in het stadhuis. Dat zou moeten leiden tot het huren van minder vierkante meters. De middelen die zo vrijkomen, kunnen worden geïnvesteerd in het stadhuis.